Dit betreft de op één na meest westelijke geschutsbedding van de
batterij Preussen.
In juli 1917 werd gestart met de bouw van deze batterij, door
tweehonderd opgeëiste Belgische werklieden. De beddingen waren klaar en
de stukken werden geleverd tegen eind september 1917. Deze batterij was
samengesteld uit vier stukken scheepsgeschut van 28cm, afkomstig van de
buiten gebruik gestelde kruiser Preussen, die gemonteerd werden op
spoorwegonderstellen.
Deze batterij werd voorzien als reserve voor de zwaardere batterijen,
waarvan gevreesd werd dat de levensduur bij lange en zware interventies
te snel zou verminderen. De kanonnen werden via het spoor tot bij de
betonnen beddingen gereden en daar op een vaste centrale spil
gemonteerd. De beddingen hadden een diameter van tien meter en waren
slechts 37 centimeter diep. Op de centrale spil na was de volledige
betonbedding met turf gecamoufleerd. Iedere bedding was omgeven door een
kleine aarden wal, bezet met gevlochten rijshout. Elke bedding liet een
vuurmogelijkheid van 360° toe.
Per twee kanonnen waren twee munitiemagazijnen voorzien, die ofwel
ladingen ofwel granaten bevatten. Bij de batterij hoorden één centrale
commandopost met vijf kamers, waarin het personeel kon schuilen bij
eventuele beschietingen. Recht voor de batterij, in de duinen aan
kilometer 33, lag de voornaamste observatiepost. |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten